image/svg+xml

Vollenhove - Dies zijn wij verblijd

Verhaal

Vollenhove - Dies zijn wij verblijd

Plaatje bij verhaal: school_met_de_bijbel_vollenhove.jpg

De Vereniging tot Stichting en Instandhouding van Scholen met den Bijbel kreeg op 16 oktober 1897 goedkeuring van Hare Majesteit Koningin Regentes Emma. Het had haar behaagd goedkeuring te verlenen aan de statuten van de jonge vereniging. Vanaf het einde van de 19e eeuw streden de elf mannen van de vereniging voor voldoende geld om een School met den Bijbel in Vollenhove te vestigen.

“Goedenavond,” begroet Wichers het jonge gezin. “Mag ik even binnenkomen?” De deur wordt geopend voor de voorzitter van de Vereniging. Het is niet het beste nieuws dat hij komt brengen, maar het moet wel.      “Zoals u weet wil de overheid niets weten van een School met den Bijbel voor ons soort mensen, mensen die zij ‘dompers’ noemen. Wij zijn ervan op de hoogte dat u al contributie betaalt, waarvoor mijn grote dank. ”Wichers weet dat de ‘kleine luyden’ het niet breed hebben en dat ze al een deel van hun geld afstaan aan de vereniging – ten behoeve van hun kinderen. Hij waagt het erop. “Ik wil u vragen om meer contributie te betalen. De contributie bedraagt nu 50 cent per jaar.” Met open mond kijkt de heer des huizes Wichers aan. Dan herpakt hij zich. “We kunnen het geenszins missen, maar in het belang van onze kinderen zullen wij akkoord gaan. De Heere zal voorzienig zijn.”

Zo worden er meer gezinnen gevraagd. Het is niet anders, ook al weten de elf leden van de Vereniging tot Stichting en Instandhouding van Scholen met den Bijbel dat ze veel van hen vragen. Alles wordt op alles gezet om zo snel mogelijk een school met protestants onderwijs in Vollenhove te stichten.

Er gaan jaren van verzamelen overheen. Er moet in ieder geval tweeduizend gulden opgehaald worden, pas dan kan de school echt gebouwd worden. Het is niet eenvoudig om bij mensen die het toch al niet breed hebben veel geld los te krijgen. De verhoging van de jaarlijkse contributie is al veelgevraagd, maar toch twijfelt geen enkel gezin om meer geld af te staan. Het is immers voor een goed doel, een lang gekoesterde wens, een droom die op een dag werkelijkheid zal worden.

Het is ijzig koud op een januaridag in 1903. Wichers vroeg de mannen een aantal dagen geleden om bij elkaar te komen voor een tussenstand. De penningmeester zal inzicht geven in de grootte van het bedrag dat inmiddels is verzameld voor de bouw van de school. Nu lopen er elf mannen door de witte, spekgladde straten van Vollenhove. Ze lopen snel, om zich zoveel mogelijk warm te houden. Hun dikke, wollen overjassen zitten strak om hen heen. De kragen staan omhoog om ook hun oren warm te houden. Hoe eerder ze binnen zijn, hoe beter.

In de kleine vergaderzaal is het vuur in de haard hoog opgestookt om de kou buiten te houden. Het is er aangenaam warm, bijna heet door de spanning die door de leden van de vereniging heen giert. Zou het genoeg zijn? Gebroederlijk zitten de mannen in hun nette pakken rondom de donkere, eikenhouten tafel. Alle ogen zijn op Van den Schoot gericht. Zou het genoeg zijn?

De penningmeester kijkt op uit zijn boekwerk vol aantekeningen en getallen. Hij haalt diep adem, kijkt elke man aan de tafel aan en spreekt dan eindelijk de verlossende woorden uit. “Er is tweeduizend gulden in de kas!” De elf mannen van het eerste uur zijn uitzinnig van vreugde, maar uiten het gematigd. Dat hoort bij hun rol: statige mannen in pakken die het beste voor hebben met de gemeenschap in Vollenhove. Ze schudden elkaar de hand en hier en daar volgt een goedkeurend klopje op de schouders en een bemoedigend knikje. Tweeduizend gulden is genoeg, het kan gebeuren! Met gepaste trots en oneindige dankbaarheid jegens de Heere geeft voorzitter Wichers een eerste mondelinge reactie op hetgeen de mannen zojuist is verteld. “We kunnen een eigen school bouwen, broeders. Waar we zo lang naar uit hebben gekeken wordt werkelijkheid: de School met den Bijbel komt in Vollenhove.” De mannen danken God in een ootmoedig gebed, want Hij is het die hen kracht gaf om te strijden voor een school. Een school waarin Hij het Heilige middelpunt zal zijn.

Het is niet makkelijk geweest om tot een dusdanig hoog bedrag van tweeduizend gulden te komen. De leden van de vereniging hebben flink wat werk verzet om geleidelijk aan geld te verzamelen voor de bouw en stichting van een School met den Bijbel in Vollenhove. Eerder al in de geschiedenis is geprobeerd voldoende geld te verzamelen voor de oprichting van een dergelijke bijzondere school. De Nederlandse overheid gaf subsidie aan openbare scholen, maar de oprichting van protestantse, bijzondere, scholen werd bemoeilijkt.

De wens om een school op te richten met een protestantse grondslag werd gedragen door velen, verspreid door heel Nederland. Uit 58 plaatsen in het land is daarom geld gekomen om in Vollenhove een school te kunnen stichten. Vollenhove heeft in de geschiedenis veel betekend voor verschillende gemeenten in het Koninkrijk der Nederlanden. Die goede daden worden nu beloond door landelijke broeders die eens in hun grootste nood geholpen zijn door de gemeenschap in het stadje aan de Zuiderzee. Daarnaast is ook de gemeenschap van groot belang geweest. Door hun bijdragen door middel van de jaarlijkse contributie en hun giften, kwam de bouw van de school dichterbij dan ooit.

Enkele dagen na het heuglijke nieuws reist voorzitter Wichers af naar Sint-Jansklooster, een klein dorp tussen Vollenhove en Meppel in. De vereniging heeft vertrouwen in de aannemer aldaar, Jurjen Weijs. Van hem weten zij zeker dat hij hen niet zal bedotten en goed werk zal leveren. “Waar moet de bouw precies plaatsvinden?” “Op de hoek van de Kerkstraat hebben we een stuk grond kunnen kopen van Simon Dragt, de wagenmaker”, legt Wichers uit. “Het heeft flink wat voeten in aarde gehad, maar Dragt bood zijn grond aan ons te koop aan. We hebben het geld, de plaats en wij hebben vertrouwen in uw werk.” Beide mannen komen overeen dat aannemer Weijs zo snel mogelijk de gewenste, eenklassige school zal bouwen.

“De Heere heeft grote dingen aan ons gedaan, dies zijn wij verblijd.” De woorden van Psalm 126 vormen de eerste zin van de indrukwekkende openingsrede op deze plechtige derde juli in 1903. Nog geen half jaar na het grote nieuws zijn de inwoners, belangstellenden en ouders van toekomstige schoolkinderen aanwezig op deze bijzondere dag.

“Onze droom is werkelijkheid geworden”, vervolgt voorzitter Wichers. Hij kijkt de tien overige leden van de vereniging aan. “Mannen, ik dank u hartelijk voor uw vertrouwen in de mogelijkheid een eigen school op te richten in Vollenhove. Uw geloof, uw daadkrachtig handelen en uw bijzonder gewaardeerde passie voor het protestants onderwijs heeft grote dingen gedaan.” Een luid applaus door alle aanwezigen volgt. Wichers wacht tot het weer stil wordt en richt zijn ogen dan op de inwoners van Vollenhove.

“Dankzij uw bijdragen, uw donaties en uw giften is er genoeg geld in de kas gekomen. Uw diepe wens om uw kinderen naar de School met den Bijbel te laten gaan, in onze eigen stad, is in vervulling gegaan. Wij danken u als vereniging, maar wij danken u zeker namens uw kinderen die door het protestantse onderwijs de Bijbelse normen en waarden zullen genieten en deze mee zullen nemen in hun verdere leven.”

Sommige van de aanwezigen pakken hun witte, gesteven zakdoeken. Neuzen worden luidruchtig gesnoven en een aantal moeders vegen de hete tranen van blijdschap van hun wangen. De kinderen die mee zijn kijken vragend naar hun vaders en moeders. Wat is het toch, dan hen zo beroert?

Wichers gaat verder. “Edelachtbare. Namens bestuur en de ouders van onze jeugdigen vraag ik u om uw belangstelling en protectie aan de School met den Bijbel.” De burgemeester kijkt even naar beneden, schuift met zijn voeten heen en weer en kijkt Wichers weer aan. Met een kort knikje laat hij Wichers zien dat hij zijn verzoek honoreert.

“Jurjen Weijs, U wordt hartelijk bedankt voor de nette afwerking van de school en hierbij beloof ik plechtig dat het bestuur u in voorkomende gelegenheden en bij soortgelijk werk zal aanbevelen.” De aannemer bloost licht en neemt de woorden onderdanig in ontvangst. Nog eens wacht Wichers tot het geroezemoes onder de aanwezigen stopt en spreekt dan de kinderen toe. “Geliefde kinders en leerlingen, wees uw leermeesters onderdanig en gehoorzaam. Beloof vlijtig te leren, want dan zal de Heere u zijn zegen niet onthouden.” Met die woorden sluit Wichers af, dankt hij God in een gebed en is de School met den Bijbel in Vollenhove officieel geopend.

Tegenstanders van het protestantse onderwijs staan vijandig tegenover de bouw en stichting van de School met den Bijbel. Geluiden als “dat zaakje is binnen een jaar failliet” en “er ligt een gladde vloer in het leslokaal, zodat die nog geschikt is als dansvloer” vliegen de leden van de vereniging om de oren. Ondanks de hatelijke woorden wordt op de nieuwe school met liefde onderwezen bij het licht van Gods woord.

De school groeit en groeit, waardoor in 1906 een nieuw lokaal bijgebouwd wordt door aannemer Weijs. In 1918 moet de school opnieuw uitgebreid worden. Het derde lokaal wordt op het bestaande klaslokaal geplaatst, wat opnieuw reden was voor tegenhangers om zich te laten horen: “de ‘fijnen’ zoeken het wel hoog, zeg!” werd gezegd. Niets kon de komst van het protestantse onderwijs in Vollenhove echter stoppen. Met ruim 170 leerlingen is de School met den Bijbel in 1974 te klein en vindt er een verhuizing plaats. De School met den Bijbel krijgt tevens een nieuwe naam: Het Kompas. De school is anno 2015 nog steeds de christelijke basisschool in Vollenhove. 

*Dit verhaal is op papier gezet door Evelien Overeem en is in het kader van het oral-history project van de School voor Journalistiek aan Hogeschool Windesheim tot stand gekomen.

Auteur:Evelien Overeem
Trefwoorden:School met den bijbel, Onderwijs Overijssel
Personen:Jurjen Weijs, Wichers, Van den Schoot
Periode:1897-2015
Locatie:Vollenhove
Thema's:'De scholen zijn weer begonnen.' Onderwijs in Overijssel

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.